Stel je eens voor
Je ligt heerlijk in je eigen bed in je vertrouwde huis met al jouw eigen spulletjes om je heen. Het is heerlijk warm, fijn, knus, je voelt je thuis. Plotseling komen er vreemde wezens rondom je bed staan – het lijken wel aliens – en die pakken je op en nemen je mee naar een onbekende plek. Je wordt bang, wat gebeurt er?
Ze leggen je in een bed met tralies om je heen. Het is koud, kil en sterieler dan steriel. Om je heen geen enkel bekend gezicht, maar alleen maar die vreemde wezens met maskers waar de monden horen te zitten. Ze hebben geen haar, maar groen papier over hun schedel. Ze praten in een vreemde taal tegen elkaar, je begrijpt er geen woord van.
Je wilt gillen, roepen om hulp, maar je wordt niet gehoord. Sterker nog, iemand snoert je de mond door een kapje over de gezicht te leggen. Je verzet je flink hier tegen, maar het kwaad is al geschied. Je valt in slaap en die vreemde wezens gaan dingen met je doen, waar je geen controle over hebt.
Na een tijdje word je wakker. Dat is ook al niet veel soeps. Je ligt in een ander bed, je ziet bloed op de dekens en vreemde draden uit je arm komen. Is dat mijn bloed? Komen die draden uit míjn armen? Wat is er in vredesnaam toch gebeurd?
Je wilt je bewegen, maar het doet zeer om dit te doen. Alles doet je zeer. Je voelt je beurs, verdrietig, alleen. Je ziet mensen vluchtig door elkaar heen lopen, maar niemand die iets tegen je zegt. Niemand die jou even uitlegt wat er aan de hand is. En waar is toch jouw huis? Waar ben je nu precies? En mag je nog een keer hier weg? Je bent bang, en houdt de boel nog maar eens extra goed in de gaten.
Spannend verhaal, hè? Zou zomaar het begin kunnen zijn van de nieuwste X-Files, waarin jij wordt ontvoerd door aliens. Het heeft er alle ingrediënten van.
Het is alleen niet een fictieve beschrijving van een alien-ontvoering, of het begin van een spannende thriller. Dit verhaal, deze vergelijking van een alien-ontvoering, haal ik graag aan wanneer ik met ouders spreek over de operatie van hun kindje.
Vaak wordt er gedacht (vooral bij de kleinere ingrepen): Ach, het is maar een liesbreuk/buisjes/amandelen/oorlel/nagel/vulzelfmaarin…
maar in kern gaat het niet om de soort operatie. Jouw kind weet namelijk niet of het een grote of een kleine ingreep is dat hij/zij moet ondergaan. Voor jouw kind is het hele gebeuren GROOT met een grote G. Een inbreuk in zijn geliefde wereld, waarin hij zich veilig voelde en vertrouwd.
Lees het verhaal hierboven nog maar eens een keer, en dan nu gezien vanuit de ogen van jouw kind. Vanaf het moment dat jouw kindje veilig was in zijn eigen huis en voor het gevoel plotseling in een vreemd bed lag. Met tralies. En vreemde wezens om hem heen. Lees het even vanuit zijn kant. En voel hoe dit voor hem of haar kan zijn. Hoe eng. Hoe beangstigend. Hoe spannend.
Lieve (zieken)HUISMOEDER/VADER, onderschat nooit, nooit, nooit de impact van een operatie. Voor ons als volwassenen is het allemaal goed te beredeneren (kleine ingreep vs. grote ingreep vs. spoedingreep). Voor jouw kindje is het 1 grote alien-ontvoering.
Als je merkt dat jouw kind zich anders gedraagt na een ingreep (bijvoorbeeld meer teruggetrokken is, terwijl voorheen uitbundig), veel doktertje speelt met de poppen en knuffels, of bang wordt van iemand met maskers: neem deze signalen dan serieus. Speel mee met doktertje, stel je kind gerust in het spel. Lees boekjes over het ziekenhuis, waarin herkenbare gevoelens worden uitgelegd. Benoem dat je ziet dat je kindje bang is als iemand verkleed is, en dat het oké is.
Zing liedjes, dans samen op muziek en zoek de Verbinding extra op. Jouw kindje kan het goed gebruiken. En jij denk ik ook 😉
Add A Comment